CHIRO WEMMEL

Katoke & Flater

CHIRO WEMMEL

Katoke & Flater

CHIRO WEMMEL

Katoke & Flater

Geschiedenis

Geschiedenis in kort bestek

Nadat in de eerste helft van de 20ste eeuw in België de (te) passieve katholieke patronaatsbewegingen steeds meer klappen krijgen en leden zien vertrekken naar actievere katholieke jeugdwerkingen zoals de standbewegingen (KSA, KAJ & KLJ) en de scouts, wilt de nationale patronaatsleider Cleymans in 1934 de boeg omgooien en de beweging omvormen naar een actief gebeuren. De jeugd dient terug voor Christus Koning te strijden. Hiervoor laat hij krijgshaftige stijlelementen aanrukken (die we nog steeds kennen): trommels, vlaggen, strijdliederen en kreten. Volwassen leiders dienen zich naar de uitgang te begeven en de jongeren horen volgens hem zelf voor leiding in te staan. Ook de hiërarchiestructuur wordt verduidelijkt. Hulpleiding, afdelingsleiding en patronaatsleiding hebben intussen plaats gemaakt voor groepsleiding, hoofdleiding en volwassen begeleiding. Hierin streefde hij bovenal naar een intens gemeenschapsgevoel, terugkeer naar de natuur, lichaamsbeweging en innerlijke bezinning. Kortom: natuur, echtheid, eenvoud.

Hoewel er veel tegenstand was bij de ideeën van Cleymans en hij door (concurrerende) KAJ-proost Cardijn opzij werd gezet, kon Cleymans in 1934 toch nog een beperkt aantal lokale afdelingen oprichten (voornamelijk in West-Brabant, door de hulp van lokale diocesane proost Vanhoebroeck). Hier zag onze geliefde gemeente Wemmel (naast Groot-Bijgaarden en het intussen vergane Neder-over-Heembeek) de eer één van de uitverkorenen te zijn, waarbij het Wemmelse patronaat werd opgedoekt. Chiro, door West-Brabantse proost Vanhoebroeck naar de Griekse lettergrepen van Christus genoemd, zorgde in Wemmel voor een échte vorming van de jeugd. De Wemmelse meisjeschiro Katoke startte weliswaar pas in 1942 en bleef lange tijd vergadering houden in en rond de zusterschool, tegenwoordig één van de gebouwen van Sint-Jozef. Later zouden ze, iets verder, naar het Auxilium verhuizen. De jongens begonnen hun werking in de Verhasselstraat.

Zelfs tijdens de donkere tijden die alreeds zes jaar later startten en ondanks bemoeilijking door de bezetter, bleef de jeugd samenkomen. Een geliefkoosde activiteit toentertijd was met de tram naar het Zoniënwoud trekken en daar tegen andere Chiro-afdelingen te spelen (en natuurlijk winnen) of bij de Amerikaanse militairen op bezoek gaan op de Rassel. Bij het einde van de oorlog werden de groepsnamen aangepast, in plaats van heiligen als naamgever kregen alle groepen de namen zoals die vandaag nog bestaan. Ook kregen de jongens betere lokalen: men mocht intrek nemen in de barakken van hetzelfde Amerikaanse leger op de Rassel. In 1960 kwam een finale opschaling met de verhuis naar de De K.&H. Raedemaekerlaan, vlakbij de meisjeschiro. Ook startte men in die periode met busvervoer voor op kamp te gaan, in plaats van de geliefkoosde leden-in-open-vrachtwagen-methode.

1985 wordt als rampjaar omschreven: de jongenschirolokalen, nog maar een dikke twee decennia daarvoor gebouwd, brandden af. Maar met steun van de parochie komen er reeds drie jaar later nieuwe lokalen gereed. Zelfs kardinaal Daneels komt in eigen persoon de nieuwe lokalen inhuldigen. Een duidelijk teken dat een pioniers-Chiro nooit vergeten wordt!

In de recente geschiedenis valt voornamelijk de (zeer) grote ledengroei op, ondanks een uitdagend milieu zoals digitale hoogconjunctuur, verdere verfransing én veranderstaliging, de ware hobby-strijd, verpreutsing (of is dit een boomer-uitspraak?) en laatst natuurlijk de vervreemding omwille van COVID-19. Toch laat de Chiro zich ook lokaal opvallen: van de winst op de Wemmelse verenigingenquiz in 2009 tot een aantal opvallende edities van vrouwenkroegentochten, van de leidingsfietstocht naar Praag in 2010 tot de verboden Mars tegen Armoede in 2012. Waar dat 2014 nog begon met een diefstal van bierbakken (t.w.v. ongeveer €1000), werd het jaar wel meer dan goed gemaakt door de uitstekende ‘80-jaar’-activiteiten. De deelname aan evenementen is vaak ook een komen en gaan: waar de laatste deelname aan de jaarlijkse braderie intussen niet meer gekend is onder de leden en leiding, zullen velen evenmin weten dat het kerstmarktje nog maar een dikke vijftien jaar bestaat. Waar dat Chiro Wemmel jaar op jaar de zeepkistenrace won, is dat nu jaar op jaar de gocartenrace. En waar dat we jarenlang een lege(re) kas hadden, kan de Chiro nu van steeds meer dromen dankzij de jaarlijkse leidingshulp aan Tomorrowland.

Hopelijk brengt de toekomst ons nog veel schoons!

Uniform

Sinds het begin dragen we, in tegenstelling tot vele andere Chiro’s, steevast al hetzelfde uniform. Of zoals Keure van Chirojeugd (1955) het zou omschrijven: “De uniform is evenals de groet een uiterlijk teken van ons één-zijn, van onze verbondenheid. De uniform is echter nog meer. Het is een geloofsbelijdenis tegenover alle mensen die we ontmoeten en die in onze omgeving leven. Vooral wanneer we als gemeenschap in uniform optreden komt de zin van onze uniform zeer sterk tot uiting. We moeten voor onze uniform grote eerbied hebben. We mogen het alleen dragen wanneer het past en we moeten ervoor zorgen dat het steeds verzorgd en juist gedragen wordt. Door onze uniform kunnen we de anderen aantrekken of afstoten. Vergeten we niet dat we door onze uniform een ideaal vertegenwoordigen”.

Verder bepaalt deze de verschillende onderdelen. We onderscheiden hier voor jongens:

  1. Een roestbruin hemd met borstzakken, schouderstukken en open kraag, geconfectioneerd volgens vaststaand model dat officieel gedeponeerd werd. Het wordt gedragen met opgerolde mouwen.
  2. Een goudgele das — eveneens eigen model van de Chiro — vastgehouden door een gevlochten lederen ring. De ring wordt bevestigd juist boven de bovenste knoop van het uniformhemd.
  3. Een zwarte broek in geribde velours, met opgenaaide achterzakken. De lengte van de broek is bepaald op één handpalmbreedte boven de knieschijf.
  4. De nodige kentekens op hun juiste plaats aangebracht.

Voor de meisjes:

  1. Een beige rok in vlakke velours, met opgenaaide achterzakken. De lengte van de broek is bepaald op één handpalmbreedte boven de knieschijf.
  2. Een rood shirt van onze lokale afdeling.
  3. De nodige kentekens op hun juiste plaats aangebracht.

Daarbij mag voor allen nog gedragen worden:

  1. Indien het weder het vereist mogen (regen)vesten gedragen worden.
  2. Warme onderkleding (pullovers enz.) kunnen gedragen worden.

Afdelingen

Waar dat er vroeger Burchtknapen, Knapen en Kerels bestonden bij de jongens en bij de meisjes Zonnekinderen, Zonnemeisjes en Kristimeisjes, is dit intussen vervlogen tijd.

Momenteel kent onze Chiro twaalf afdelingen:

Bibliografie